VLTI
De Very Large Telescope Interferometer
ESO’s Very Large Telescope Interferometer (VLTI) maakt gebruik van interferometrie om het licht te combineren dat wordt opgevangen door de vier afzonderlijke 8,2-meter hoofdtelescopen van de VLT (UT’s) of de vier verplaatsbare 1,8-meter hulptelescopen (AT’s). Hierdoor ontstaat één grotere ‘virtuele’ telescoop met een diameter die gelijk is aan de afstand tussen de afzonderlijke telescopen (de zogeheten ‘basislijn’), waardoor de VLTI veel fijnere details kan waarnemen dan mogelijk zou zijn met de hoofd- of hulptelescopen afzonderlijk.
De mogelijkheid om het opgevangen licht te combineren met zowel de hoofdtelescopen als de hulptelescopen maakt de VLTI heel bijzonder. De hoofdtelescopen met hun grotere diameters hebben een groot licht-verzamelend vermogen en kunnen zes basislijnen van verschillende lengtes en oriëntaties vormen. Hiermee kan een resolutie (scheidend vermogen) worden bereikt die overeenkomt met die van een telescoop met een diameter van 130 meter. De hulptelescopen kunnen naar dertig verschillende plekken langs het VLT-platform worden verplaatst om meer informatie over de waargenomen hemelobjecten te verkrijgen. Dit levert een veel groter aantal mogelijke basislijnen op en stelt de VLTI in staat een maximaal mogelijke resolutie te bereiken die gelijk is aan die van een 200-meter telescoop.
Momenteel werkt de VLTI met basislijnen tot maximaal 140 meter, afhankelijk van de posities van de hulptelescopen. Dankzij deze grote diameter kunnen astronomen details onderscheiden die tot ongeveer zeventien keer fijner zijn dan met één enkele hoofdtelescoop. Daarmee zou je de voor- en achterlichten kunnen onderscheiden van een auto (van opzij gezien) die op de maan geparkeerd staat.
De lichtbundels die door de afzonderlijke telescopen worden opgevangen, worden in de VLTI samengebracht met behulp van een ingewikkeld systeem van spiegels in ondergrondse tunnels. Deze leiden de lichtbundels naar een indrukwekkende reeks VLTI-instrumenten, waar ze worden gecombineerd en uiteindelijk klaar zijn voor wetenschappelijke analyse. Om de lichtbundels met goed gevolg te kunnen combineren, mag het verschil in weglengte tussen de bundels van de verschillende telescopen niet meer een duizendste millimeter bedragen.
Wetenschap met de VLTI
Dankzij zijn uitzonderlijke beeldscherpte kan de VLTI de meest uiteenlopende objecten ongekend gedetailleerd in beeld brengen, waardoor nieuwe inzichten worden verkregen op tal van onderzoeksgebieden in de astronomie. Voorbeelden hiervan zijn de zoektocht naar planeten buiten het zonnestelsel (exoplaneten), waarnemingen van zowel jonge als oude sterren, het onderzoek van de directe omgeving van het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg en het onderzoek van kosmische objecten ver buiten ons Melkwegstelsel, zoals actieve galactische kernen – een van de meest energierijke en mysterieuze verschijnselen in het heelal.
Enkele van de meest opmerkelijke resultaten van de VLTI zijn:
- Waarnemingen van sterren die rond het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg draaien (Nobelprijs 2020)
- Eerste directe waarneming van een exoplaneet met optische interferometrie
- Hoge-resolutie-opnamen van het stersysteem Eta Carinae
- De detectie van zodiakaal licht bij planetenstelsels rond andere sterren
- De beste opname die ooit van het oppervlak en de atmosfeer van een ster is gemaakt
Instrumenten
De volgende instrumenten zijn momenteel operationeel bij de VLTI, allemaal op nabij- en middel-infrarode golflengten:
De volgende instrumenten zijn tijdens de eerste bedrijfsjaren van de VLTI gebruik en zijn niet langer operationeel:
Very Large Telescope Interferometer
|